15 juni 2018

Als een aanvrager een afwijking vraagt van welbepaalde norm of regel in het Vlarem, moet dit via een afwijkingsaanvraag bij de Minister. Deze beslissing is vatbaar voor beroep bij de Raad van State. Maar voor wie? Ook voor een omwonende?

De Minister verleende een afwijking van de afstandsregel zoals voorzien in artikel 5.45.1.2. 2°, van titel II van het VLAREM. 

Deze afwijkingsbeslissing werd aangevochten door een aantal omwonenden.

Zowel de aanvrager, de Minister als de Auditeur stelden initieel dat een afwijkingsbeslissing slechts een louter voorbereidende handeling zou betreffen, dewelke wel rechtsgevolgen heeft voor de aanvrager zelf, maar zonder onmiddellijk nadelige gevolgen voor de omwonenden. Hun nadeel zou niet actueel en voldoende zeker zijn, omdat er nog geen omgevingsvergunning zou zijn bekomen. 

De Auditeur was gaf ook aan dat niets belet dat omwonenden, bij annulatieberoep tegen de uiteindelijke omgevingsvergunningsbeslissing, een middel kunnen aanvoeren waarin onwettigheden van de toegestane afwijking worden aangetoond.

Wij voerden hierbij stevig verweer, wat kon lonen. Op de zitting wijzigde de Auditeur zijn standpunt en nu besliste de Raad van State dat inderdaad ook deze vordering wel degelijk ontvankelijk is.

De Raad overweegt in haar arrest nr. 241.781 van 14 juni 2018:

'Het bestreden besluit dient zich op het punt van de toegelaten voorwaardelijke afwijking van de afstandsregel niet als een voorbereidende handeling aan die volledig opgeslorpt zal worden door de latere beslissing van de vergunningverlenende overheid die uitspraak zal doen over de omgevingsvergunningsaanvraag, maar als een eindbeslissing die naast de latere omgevingsvergunning zal blijven bestaan.

De verzoekende partijen maken aannemelijk dat zij nadeel kunnen ondervinden van de toegestane afwijking van de geldende afstandsregel en dat de vernietiging van het bestreden besluit hen tot concreet voordeel zal strekken. De vernietiging maakt immers de uitbreiding respectievelijk de regularisatie van de vergunde inrichting onder de aangenomen voorwaarden in afwijking van de geldende afstandsregel onmogelijk.

Dit arrest vormt, samen met enkele andere recente arresten in die zin (zie bijvoorbeeld arrest nr. 238.523), toch stilaan een keerpunt in de rechtspraak dat afwijkingsbeslissingen enkel bij weigering door de aanvrager zelf bij de Raad van State zouden kunnen worden betwist. Dit valt toe te juichen, zowel vanuit het oogpunt van aanvrager als omwonende.

Referentie op ons kantoor: K20150907BV-5.

Terug naar overzicht

Dat niet alleen een aanvrager, maar ook een omwonende zich kan verweren tegen een afwijkingsbeslissing, kan enkel positief zijn.