11 december 2018

Het Departement Omgeving publiceerde vandaag haar allereerste 'ruimterapport'. Dit uiterst boeiende rapport leert ons heel wat over het ruimtegebruik in Vlaanderen. Veel zaken waren natuurlijk welbekend, ander nieuwigheden springen zeker in het oog.

Cijfermateriaal uit 2013.

Het onderzoek, en de analyse erin vervat, steunt in grote mate op cijfers uit 2013, omdat meer recente data vaak ontbreekt. Wat er gebeurde met Vlaanderen tussen 2013 en 2017, en dat is evident heel wat, zit dus niet in deze studie verwerkt. Jammer natuurlijk. Ook blijken de aangewende data erg klassiek te zijn: enquêtes, administratieve databanken en kaartmateriaal.

Dit alles maakt dat we met dit ruimterapport '2018' ook niet helemaal een accuraat beeld hebben van hoe Vlaanderen er in 2018 effectief uitziet. Zeker als we in het achterhoofd houden dat, bijvoorbeeld, elke dag 6ha aan open ruimte wordt ingenomen.

Geen echte roadmap voor het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen.

Het Ruimterapport wil geen monitoring vormen voor doelstellingen die in het RSV of in het BRV zijn opgenomen. Het brengt vooral het ruimtelijk weefsel in kaart.

Enkele highlights.

- Het ruimtebeslag in Vlaanderen is 32,5 procent en dat is hoog. 38 procent ervan gebruiken we om te wonen, maar 18 procent zijn ook (spoor)wegen.

- In Vlaanderen is 14,2 procent effectief verhard. Slechts 1/3 daarvan zijn gebouwen. In Europa is gemiddeld 50 procent minder verhard.

- 68,5 procent van Vlaanderen is open ruimte. Daarvan is 44 procent akkerland, 32 procent grasland en amper 10 procent bos. In gans België is dat 25 procent en in gans Europa zelfs 38 procent. Ook gaat het versnipperen van de open ruimte steeds verder. Wat niet meetelt als open ruimte in het onderzoek, zijn de tuinen (8 procent van onze oppervlakte, of 108.000 ha). Gazon en niet-natuurlijke invulling van de tuin blijkt nog steeds het populairst.

- In Vlaanderen blijkt er erg weinig écht verstedelijkt gebied (amper 7 procent) waar dan gemiddeld 33 inwoners per hectare wonen. Wel is er overal veel bebouwing. 80 procent van de oppervlakte wordt beschouwd als 'landelijk gebied' waar dan 40 procent van de Vlamingen woont. Daar zijn onze huizen gemiddeld anderhalf keer zo groot als in het verstedelijkt gebied en onze tuinen driemaal zo groot (gemiddeld pakweg 1000 m²).
Over het algemeen blijken de meeste huizen in Vlaanderen, zeker 72 procent, te groot in verhouding met het aantal inwoners.

- Er blijkt in Vlaanderen 13 duizend kilometer lintbebouwing te zijn, waar dan weer 25 procent van alle Vlamingen in woont. Deze linten zijn mee de oorzaak van onze versnipperde ruimte.
Opvallend is dat amper 24 procent van de Vlamingen in appartementen woont, en dat het Europese gemiddelde daar 42 procent is. Meer dan de helft van de Vlamingen is er wel van overtuigd dat we in de toekomst hoger gaan moeten bouwen. 35 procent woont in open bebouwing. Deze cijfers zorgen ervoor dat we in veel ruimte voor wonen gebruiken.

- Er wordt in Vlaanderen nog steeds verkaveld en dat bij voorkeur blijkbaar in linten van landelijk gebied (50 procent).

- 75 procent van de verleende vergunningen slaan op woningbouw, waarvan 45 procent nieuwbouw.

- Tegen 2027 zouden er ongeveer 170.000 gezinnen bijkomen. In 2050 zal 50 procent van onze bevolking ouder zijn dan 65 jaar. We zullen daar dus ruimtelijke oplossingen moeten voor vinden.

- ongeveer 5 procent van de oppervlakte in Vlaanderen is bestemd als bedrijventerrein, maar 75 procent van de tewerkstelling speelt zich daarbuiten af. Wat het vrachtvervoer betreft, vervoeren we minder over de weg dan wat Europees gemiddeld het geval is. Vooral het vrachtvervoer over water springt eruit: in België is dat 15 procent, terwijl Europees het gemiddelde 6 procent is.

- 2/3 van de verplaatsingen van personen in Vlaanderen gebeurt met de auto. Sinds 2012 zijn de files in de avondspits met maar liefst 62 procent toegenomen. Amper 8 procent van het personenvervoer verloopt met de trein. In verstedelijkt gebied zijn er 17 procent gezinnen zonder auto. In de andere gebieden in Vlaanderen is dat ongeveer de helft daarvan. Vaak blijken de afstanden te lang voor de fiets. Kernversterking en -verdichting in stationsomgevingen wordt cruciaal.

-er staan in Vlaanderen ongeveer 156.000 gebouwen leeg, waarvan 75.000 woningen, 55.000 commerciële panden en 9000 industriële panden. De kansen tot hergebruik zijn vaak beperkt doordat de locaties niet altijd geschikt zijn.

- In het Vlaams gewest zijn er in totaliteit 766 stedenbouwkundige verordeningen van toepassing waarvan 756 gemeentelijke verordeningen zijn. Amper 10 zijn dat niet (gewestelijk of provinciaal).

- Er zijn anno 2017 in totaliteit 3119 ruimtelijke uitvoeringsplannen goedgekeurd, die de plannen van aanleg op die plaatsen moeten vervangen. 2357 daarvan zijn gemeentelijk, 346 provinciaal en 417 gewestelijk. Maar vergis u niet: toch zijn vandaag vooral nog steeds de gewestplannen de enige geldende verordenende plannen (met name in 80 (!) procent).

Meer informatie vindt u op https://www.omgevingvlaanderen...

Terug naar overzicht

20 jaar na het invoeren van de RUP's, vinden nog steeds 80% van de vergunningen hun basis in de gewestplannen.