28 oktober 2019

Een opiniestuk voor STORM, het tijdschrift voor de thema's 'Stedenbouw, Omgeving, Ruimtelijke ordening en Milieu' van Die Keure.

LINK NAAR HET TIJDSCHRIFT

Het is vrijdagmorgen en de zon schijnt. Je rijdt met de fiets, eventueel met zoon of dochterlief op uw achterzitje, de stad in en kruist daarbij afbraakwerken. Net op het ogenblik dat je de werken voorbijfietst, loopt een aannemer –onbeschermd trouwens– de straat op om een asbesthoudende plaat in een container te gooien die naast het voetpad staat. Op het voetpad is er trouwens veel passage van kinderen op weg naar school. Enkele dagen later is het opnieuw mooi weer en zit je samen met wat vrienden op een terras een koffie te drinken. Er rijdt in rotvaart een vrachtwagen voorbij, volgeladen met bigbags die zijn volgepropt met asbesthoudend afvalmateriaal. Het afval moet na afbraak natuurlijk érgens naartoe, maar wel jammer dat de bigbags niet goed afgesloten zijn. De hele binnenstad kan op die manier ‘meegenieten’ van de asbestvezels. Een week later wil je met de kroost wat groenafval naar het recyclagepark brengen, en net op dat ogenblik komt ook een vlijtige doe-het-zelver aangereden met zijn –onafgedekte– aanhangwagen vol golfplaten van asbestcement van het oude tuinhuis dat hij heeft afgebroken. De klusser gooit met brede zwaaien de golfplaten in de asbestafvalcontainer, die al de hele tijd open staat en ook vaak gewoon tussen de rest van de containers staat.[1] En volgend weekend staat bij vrienden een gezamenlijke klus gepland. Afbraakwerken, in de aanloop van een verbouwing, om de kosten wat te drukken. Onbeschermd, behalve hier en daar een eenvoudig stofmaskertje, wordt ter plaatse zo veel mogelijk afgebroken, zonder enig besef dat er ook asbesthoudend materiaal tussen zit.

Asbest overal.

We maken het allemaal mee, maak u zeker geen illusies. En vermoedelijk ook vaker dan u denkt. Alleen ziet en herkent de één de voorvallen sneller dan de ander. Het is misschien niet slecht een radar te ontwikkelen voor dergelijke situaties. Wat alvast wél slecht is, is de manier waarop we in onze maatschappij met ons asbestpassief omgaan. Het lijkt erop dat zowel professionelen als particulieren, al te vaak nonchalant, maar even vaak ook onwetend zijn. Als er in een stad tien containers met ‘bouwafval’ staan, dan is het haast zeker dat minstens de helft daarvan ook asbesthoudend materiaal bevat. Het gebeurt vaker dan je denkt dat een aannemer zelfs met het hand op het hart niet weet dat hij bezig is met asbesthoudend materiaal. Maar het gebeurt ook vaker dan je denkt dat een aannemer of een particulier zijn voeten veegt aan alle beschermingsvoorwaarden die gelden en onverantwoord onzorgvuldig te werk gaat. Dat gebeurde ook in Kleit-Maldegem enkele maanden terug.

School ‘De Kleiheuvel’ en kinderopvang ‘Ukkie-Pukkie’ werden er opgeschrikt door een roekeloze afbraak van asbesthoudend dakmateriaal van de naastgelegen sporthal. Vanuit de crèche filmden ouders hoe twee werknemers van de aannemer met asbestcementplaten gooiden en die in stukken stampten. Ze stonden zelfs in de container op het asbestafval te springen.[2] Het filmpje belandde bij de politiediensten, en pas dan ging de bal écht aan het rollen. Ouders hadden nochtans al eerder hun bezorgdheid geuit. Er werden metingen uitgevoerd, er werden –weinig verrassend– asbestvezels teruggevonden, de afbraak werd stilgelegd en zowel de school als de crèche werden gesloten.

Na vele weken van onrust en tussenkomst van deskundigen, zowel bij het vaststellen als bij het opruimen, werden de ouders na het voorval gerust gesteld door het Agentschap Zorg en Gezondheid. Het risico op ziek worden door de vezels zou slechts even groot zijn als door het roken van één sigaret of het drinken van één pintje.[3] Ook de gemeente Maldegem zelf maakt er melding van dat er ‘geen risico op kanker’ zou zijn door het vrijgekomen asbest.[4]

Kinderen extra kwetsbaar

Paniek zaaien is misschien niet nodig, maar voldoende realiteitszin wel. Het klopt zeker dat het risico erg gering is dat de kinderen in de crèche en de school later ziek zullen worden van deze specifieke blootstelling, maar het is onjuist dat dit uitgesloten zou zijn. Het risico om ziek te worden door asbest stijgt naargelang de omvang van de blootstelling(en), het aantal blootstellingen, de omstandigheden en het soort [5] vezels waaraan men is blootgesteld, maar het staat onomstootbaar vast dat er -voor geen enkele soort asbestvezel- geen veilige ondergrens bestaat. Eén vezel volstaat om er ziek te kunnen van worden. Het inademen van asbestvezels is altijd potentieel schadelijk voor de gezondheid. Opnieuw loert het relativeren en het onderschatten van de gevaren om de hoek, wat ervoor kan zorgen dat de angst voor de vezels daalt en de nonchalance om er mee om te gaan stijgt. Zo bleek in Nederland eind 2018 dat de ongerustheid en kennis over asbest in de afgelopen twee jaar is gedaald.[6] Ook bij ons is er op dit punt nog heel wat werk aan de winkel. Asbestvezels vergelijken met één sigaret of een pintje helpt daar echt niet mee.

Bovendien zijn kinderen extra kwetsbaar bij blootstelling aan asbest. Hoe jonger iemand is bij blootstelling, hoe groter de risico’s zijn om er later ziek van te worden. Een kind van vijf jaar dat een eerste keer met asbest in aanraking komt, heeft tot vijf keer meer kans dat op latere leeftijd kanker toeslaat, dan een volwassene die op dertigjarige leeftijd een eerste keer in aanraking komt met asbestvezels.[7]

We ademen allemaal asbestvezels in die ondertussen in onze omgevingslucht zitten. Amper enkele tientallen jaren geleden werd overal nog volop met asbestmaterialen gewerkt. En we worden veel te vaak blootgesteld aan vezels door onzorgvuldig handelen. En dat is niét OK.

Zal ik ziek worden van asbest? Dat is natuurlijk niet zeker. Dat is bij niemand zo. Het risico is best gering, maar het staat wél vast dat er de komende tientallen jaren nog vele duizenden mensen zullen sterven door het inademen van asbestvezels. Asbestvezels maken in ons land dubbel zoveel slachtoffers als het verkeer.

En dan moeten we eigenlijk nog écht beginnen aan onze grote verwijdergolf.
We moeten naar de toekomst kijken. Het asbest dat in de vorige eeuw in onze gebouwen werd gepompt, nog tot 2,3 miljoen ton passief in Vlaanderen alleen al, zal binnenkort moeten worden verwijderd. Dat moeten we dus best ook zorgvuldig en verstandig aanpakken, ver weg van de onwetendheid en nonchalance die vandaag nog al te vaak heerst.

Trouwens, ongemoeid laten is geen optie. De asbesthoudende materialen die destijds werden geïnstalleerd, zijn zowel binnen als buiten ondertussen verouderd en verweerd. Door die degradatie komen sowieso ook nu al asbestvezels vrij.

Een boek.

Ik vroeg me dus af wat ik hieraan kon doen. En toen begon ik te schrijven aan een boek. Een boek dat mensen moet kunnen helpen. Ik denk dan aan de aannemer die graag goed wil slapen ’s nachts, en wil nakijken wat hij wel of niet kan doen. Een papa en mama die willen weten of er asbest in hun woning zit, en bij verbouwingsplannen de nodige voorzorgen willen nemen. Maar ook bijvoorbeeld architecten of makelaars die hun klanten beter willen adviseren over het eventueel aanwezige asbest. Het boek heeft de ambitie om iedereen minstens op weg te helpen. Hopelijk slaagt het er ook in.

De gebeurtenissen in Kleit-Maldegem snijden behoorlijk diep, maar het voorval is geen uitzondering. Vaak glijden dergelijke taferelen in het dagelijks leven gewoon voorbij, zonder dat iemand het heeft opgemerkt of erbij heeft stilgestaan. We moeten kinderen beter beschermen tegen asbestaanwezigheid en -blootstellingen. Uit een steekproef van de OVAM bleek dat in 98 procent van de onderzochte scholen asbestmateriaal aanwezig was, en dat er in 65 procent van die scholen zich minstens één toepassing bevond waarvoor op korte termijn maatregelen nodig waren. En o ja, 1 op 3 scholen had geen inventaris (en dus geen idee of er asbestmateriaal was), en van de scholen die wel over een inventaris beschikten was amper 20 procent volledig. Ik berekende dat per school gemiddeld 17 ton asbest aanwezig is, en hiervoor een verwijderingsbudget van 50.000 euro nodig is.

Er is niet de minste ruimte voor schuldig verzuim. Onze kinderen horen niet in aanraking te kunnen komen met asbest op de schoolbanken of de speelplaats. En ook niet in de ruimere schoolomgeving, zoals dat in Kleit-Maldegem wel gebeurde bij de verwijdering ervan. Een schoolomgeving, en lees het maar ruim, hoort asbestvrij te zijn.
Daar moeten we het toch allemaal samen snel kunnen over eens zijn?

Bram.

B. VANDROMME, Asbest. Niet wachten tot het stof gaat liggen, te bestellen via Die Keure, de Standaard Boekhandel of Bol.com.

Bronnen:

[1] Recent onderzoek door de Krant van West-Vlaanderen toonde aan dat 1 op 3 recyclageparken in West-Vlaanderen de regels niet volgen: zie “Hallucinant: een op drie recyclageparken te laks met asbest”, www.kw.be 4 oktober 2019.
[2] “Arbeiders stampen en springen in Maldegem op asbest: school en crèche gesloten”, De Morgen 18 mei 2019.
[3]
“Asbest Kleit: ‘Kans op kanker is even klein als die op longkanker na één sigaret’”, Het Laatste Nieuws
[4]
https://www.maldegem.be/asbest-site-sporthal-kleit-update-24-mei.
24 mei 2019.
[5] Amfibole vezels, zoals crocidoliet en amosiet, zijn nog een pak meer kankerverwekkend dan het commercieel meest toegepaste chrysotiel, dat tot de serpentijnen behoort.
[6] “Kosten en onwetendheid staan verwijderen van asbestdaken in de weg”, www.nos.nl 24 november 2018. Zie voor de resultaten van de enquête www.milieucentraal.nl.
[7] A. LACOURT e.a., “Dose-time-response association between occupational asbestos exposure and pleural mesothelioma”, Occup. Environ. Med. 2017, 74, p. 691-697, www.oem.bmj.com; “Statement on the relative vulnerability of children to asbestos compared to adults”, Committee on Carcinogenity, 1 juli 2013, ref. CC/13/S1, www.gov.uk.



Terug naar overzicht

Als er in een stad tien containers met ‘bouwafval’ staan, dan is het haast zeker dat minstens de helft daarvan ook asbesthoudend materiaal bevat.